God! Wat
een schoonheid
schuilt in Ú.
Grote
woorden.
Grote
daden.
Uw schat vond ik
en herlees.
Blijk ik
erfgenaam.
Omhels
ik U.
Wanneer
mijn HEER?
Goddelijk
genoeg.
Heb ik
aan Ú.
God! Wat
een schoonheid
schuilt in Ú.
Grote
woorden.
Grote
daden.
Uw schat vond ik
en herlees.
Blijk ik
erfgenaam.
Omhels
ik U.
Wanneer
mijn HEER?
Goddelijk
genoeg.
Heb ik
aan Ú.