Mijn vroeger
bestaan.
Ongewijd.
bestaan.
Ongewijd.
Geen hoop en
geen God.
Vandaag
de dag.
de dag.
Duur
gekocht.
gekocht.
Toegewijd.
Vast aan
de Koning.
Hij het
alleenrecht.
Slaaf zonder
heimwee.
Vol hoop
op God.
heimwee.
Vol hoop
op God.
Er rest nog
wat tijd.
De vrijheid
genietend.
Al het Zijne
is het mijne.
wat tijd.
De vrijheid
genietend.
Al het Zijne
is het mijne.